Vredegerechten

Verdeling van alle goederen uit de nalatenschap van Mathijs Arts, overleden Rijkevoort op 05.09.1798 en zijn huisvrouw Johanna Roeffen, overleden Rijkevoort 08.09.1807. De toewijzing is als volgt: 1. Gerardus Cruijsen en zijn vrouw Petronella Arts krijgen 2/3 van een bouwhof, nr. 10, schuur, bakhuis en schop te Rijkevoort, groot 8 morgen, bouw- en weiland, grenzend aan Abel van Wanroy; 2/3 van een weide, groot 4 hond, grenzend aan Engel Jacobs; 2/3 van een morgen heigrond, grenzend aan Gertruda Jans; het geheel is bezwaard met een uitkering van 600 francs aan de anderen; 2. Allegonda Arts, weduwe van Peter Michiels, overleden op 23.09.1803 aan de Sambeekschen Hoek, krijgt een bouwhof nr. 191 aan de Sambeekschen Hoek, reeds door haar bewoond, groot 5½ morgen, grenzend aan Egbertus Gerrits; het geheel is bezwaard met een uitkering van 600 francs aan de anderen; 3. De kinderen van wijlen Cornelis Selten en wijlen Gertruda Arts en van zijn tweede vrouw Helena Keizers ontvangen een somma van 300 francs van nr. 1; 4. Hendricus Gerrits en zijn vrouw Catharina Arts ontvangen 300 francs van nr. 1; 5. Johannes Arts ontvangt 300 francs van nr. 2; 6. Roelof Arts en zijn vrouw Anna Gielen ontvangen 300 francs van nr. 2. (Zie akten 115 en 116.)